Geplaatst op: 2016-08-31 , Laatste bewerking op: 2016-08-31
Hoewel bijna geen enkele ontmoeting hier ongemerkt voorbijgaat, blijven sommige ontmoetingen met pelgrims naar Compostella je wel heel speciaal bij!
De ontmoeting met pelgrim Harry (2009) was er daar één van. Bijna alle pelgrims hebben trouwens een bijzondere reden voor hun pelgrimstocht naar Compostella, want naar "Saint-Jacques" lopen doe je niet zomaar op een rustige achternamiddag. Sommige redenen zijn wel heel bijzonder, zoals die van het Belgische koppel dat deze week op La Grosse Talle kampeerde.
Ze zijn alweer een paar dagen geleden vertrokken, maar we hebben een bijzonder warme en blije herinnering overgehouden aan Christine en Bertrand, het tweetalige Belgische paar dat hier neerstreek.
Hoewel we de afgelopen jaren veel Belgische gasten hebben ontvangen, komt het niet zo heel vaak voor dat ze volledig tweetalig zijn. Maar dat detail is wel belangrijk voor de verhalen die ik wil vertellen, want het geeft me altijd een wat ongemakkelijk gevoel om een verhaal te vertellen over iemand in een andere taal dan de eigen taal van de persoon. Het is natuurlijk belangrijk dat de persoon zich in "zijn/haar" verhaal kan vinden - en dat kan alleen maar als hij/zij het kan lezen!
Maar er zit een wat ingewikkelder kantje aan verhalen vertellen: elk verhaal verbindt zich aan de persoon, bestaat in het begin alleen in de context van die persoon - tot het wordt verteld. De innerlijke beleving van de persoon verbindt zich met mijn waarneming (en innerlijke beleving) van die persoon, via het verhaal dat wordt verteld. Het maakt eigenlijk niet zo uit of dat verhaal in één keer wordt verteld of dat het een reconstructie is dat ik heb opgebouwd uit signalen en tekens die zich tussen de persoon en mij hebben afgespeeld, dan wel die ik heb geobserveerd.
Maar het verhaal verbindt zich ook met de omgeving: op La Grosse Talle wordt het anders "verteld", of geïnspireerd dan wanneer het elders wordt verteld of beleefd. De observatie wordt immers hier, in "onze" omgeving waargenomen. Het zou zomaar kunnen zijn dat het verhaal er zelfs anders door wordt.
En dan is er nog de culturele context: als ik een verhaal in het Nederlands vertel, dan is het de bedoeling dat een Nederlandstalig publiek het begrijpt en het kan plaatsen in zijn/haar culturele context (en vice versa voor een Franstalig publiek). De culturele signalen en interpretaties van Nederlanders en Fransen zijn bijzonder verschillend, om nog maar niet te spreken van een Belgisch Nederlandstalig of Franstalig publiek! Vertalen is daarom wel mogelijk, maar heeft meestal niet zoveel zin: hoewel ze op elkaar geënt zijn, is dit artikel een ander artikel dan zijn "vertaling" in het Frans.
Terug naar onze pelgrims: Christine en Bertrand zijn voor hun vertrek voor de wet getrouwd in Brussel. Het is al heel wat om te kunnen zeggen dat je in de Eglise Saint-Hilaire in Melle (je weet wel, die prachtige romaanse kerk) bent getrouwd, maar als alles goed gaat dan gaan zij op 5 november in een kapel in de kathedraal van Saint-Jacques de Compostelle "voor de kerk" trouwen!
Ik kan je niet zeggen hoe graag ik daar bij zou zijn geweest, al was het alleen al om te zien of Bertrand echt in zijn wandelschoenen voor dat altaar gaat staan :-).
Je zou dus kunnen twisten over de vraag of het hier een huwelijksreis betreft of een reis om te huwen. In meerdere opzichten trouwens, als je ervan uitgaat dat een huwelijk (of een verbintenis tussen twee mensen) zich op dag-tot-dag basis maakt, voltrekt, construeert en zowel een verbintenis is die aan het einde van een traject wordt voltrokken als wel een begin van een (nieuw) traject markeert.
Overigens hebben beide echtelieden ook nog individuele doelstellingen gekoppeld aan hun pelgrimstocht, en die van Christine is onder andere om mandoline te leren spelen. Zij loopt dus 1400 km met een mandoline op haar rug...
We hebben zelden zo'n gelukkig paar gezien: ze bleven maar lachen en positief zijn over alles; en ok, ik geef toe, het gaat bij ons recht ons hart in als je zoveel complimenten over La Grosse Talle geeft :-)!
Ik schreef al eerder iets over het beroemde boekje "Essai sur le don" van Marcel Mauss en over de inleiding daarop door Florence Weber : zij betoogt dat elk ding de tekenen draagt van zijn huidige en vorige eigenaren.
Je zou kunnen zeggen dat dat ook geldt voor ontmoetingen die verbonden zijn aan een bepaalde plek. Elke ontmoeting laat zijn sporen achter, zowel op ons als op La Grosse Talle. De plek is onherroepelijk verbonden met de mensen die er kwamen - en weer gingen.
Vroeger, "toen pelgrimages nog echte pelgrimstochten waren", namen de pelgrims steentjes mee die ze van hun gastheren en -vrouwen kregen: op die manier droegen ze iets van éénieder waar ze verbleven met zich mee en deponeerden ze dat bij St Jacques de Compostelle op een grote berg. Met het afleggen van de kilometers werd de tocht dus zowel in letterlijke als in overdrachtelijke zin zwaarder en zwaarder.
Elke steen zei iets over de vorige "eigenaar" ervan, elke herinnering werd een gewicht, maar ook een verrijking van de reis. Daar waar herinneringen ook het heden kunnen verzwaren, kwam de verlichting bij het deponeren van al die steentjes.
Maar wat gebeurde er dan met die steentjes? Gaan de herinneringen van éénieder op in één grote, omvattende herinnering aan voorbije ontmoetingen en de verhalen van aankomen en weer verdergaan, als een "rite de passage"?
Waren het vroeger de steentjes, nu zijn het de stempels: iedere pelgrim draagt een "credencial" met zich mee, die hij/zij laat stempelen bij elke passage. De credencial is een belangrijk document voor de pelgrim, want niet alleen is het de drager van de herinneringen (en je zou kunnen zeggen, de vervanging van de steentjes), maar het is ook het bewijs dat hij/zij zijn reis volgens de regels van het spel heeft voldaan: elke étappe is een stukje naar het geheel. Het grote verschil met de steentjes is natuurlijk dat de credencial niet verdwijnt in een grote hoop, maar in het bezit van de pelgrim blijft, als drager van herinneringen aan de ontmoetingen.
Degene die het met zijn eigen herinneringen moet doen, zijn wij, de achterblijvers. Maar daar staat dan weer tegenover dat er iets van iedereen achter is gebleven op La Grosse Talle. Gelukkig zij die sporen meedragen en die ze achterlaten!