Geplaatst op: 2009-05-31 , Laatste bewerking op: 2016-06-20
Op verzoek, een paar artikeltjes over de stukadoorsactiviteiten op La Grosse Talle, dat wil zeggen: hoe en wat en waarom.
Nou schrijf ik links en rechts al regelmatig over de stukadoorsactiviteiten tijdens de verbouwingen, en liep steeds tegen dezelfde vraag op: hoe schrijf je ‘stucken’ ? Heb gestuckd, heb gestucd, ….?
Het antwoord is: stucken bestaat niet, volgens de Van Dale dan. Het moet zijn: stukadoren of pleisteren. Waarbij ‘pleisteren’ volgens mij hetzelfde is als wat de Franse ‘plâtrier’ doet (een plafond of muur met fijn gips bezetten). ‘Stuc’ is, weer volgens de Van Dale wat de Franse verstaan onder hetzelfde woord: een mengsel van kalk en marmerpoeder of héél fijn zand, waarmee de wanden kunnen worden bezet. Maar het werkwoord ‘stucken’ komt niet voor in de Nederlandse taal. Met excuses voor deze kapitale fout :-). Het Frans kent ook een woord voor pleisterwerk waar geen werkwoord bijhoort (‘crépi’), dus dat is wel consequent, maar het blijft raar om een werkwoord te hebben dat afgeleid is van de persoon die de actie uitvoert (en dan nog wel de mannelijke vorm ervan :-).
Enfin, terug naar mijn ervaringen. Ik heb met gips, kalk en zand gewerkt, want het idee was om NIET met cement te werken. Cement sluit de onderliggende laag af en is niet vochtregulerend. Mijn uitgangspunt was om wanden te bewerken op een manier die recht doet aan de natuurlijke bouwstijl van het huis en die de goede eigenschappen van het bouwen met zand en steen niet zou tegenwerken. Want muren die met cement bezet worden hebben de neiging om bijvoorbeeld salpetervorming te krijgen, wat je kunt zien door een soort van ‘poeder’ dat zich op het pleisterwerk vormt.
De verschillende ondergronden Nou vind je overal recepten voor het bezetten van steen-zand muren met een mengel van kalk en zand, maar voor gipsplaten was het wat gecompliceerder. Ik heb me bij mijn onderzoek laten leiden door vier boeken over kalk en denk daarvoor een oplossing gevonden te hebben. Hieronder kun je meer lezen over mijn bevindingen en ervaringen.
Gips De eerste plafonds heb ik bezet met gips. Dat was achteraf niet zo’n goed idee (omdat gips gaat rotten en niet vochtregulerend is), maar dat is een ander verhaal. Ik zal ze dus gedeeltelijk van een tweede laag moeten voorzien, met een kalk-zand-gips mengsel.
Omdat gips onmiddellijk droogt, gebruik ik hiervoor Lutèce 2000C (droogtijd 1.5 uur) of Lutèce 2000L (droogtijd 2 uur) – of een mengsel hiervan. Gips in een emmertje doen, water erop en met een boor/vermenger of met een klopper mengen gaat prima. Ik maak het altijd lekker smeuiig aan, zodat je het goed kunt uitsmeren.
Kalk Je hebt twee verschillende soorten kalk, die ieder hun eigen toepassingen kennen. Kalk wordt traditioneel in de bouw gebruikt vanwege de vochtregulerende en ontsmettende eigenschappen of anders gezegd: het gaat schimmels en beestjes tegen. Op muren die met kalk bezet zijn, werd dus vroeger met een kalkverf beschilerd en dat deed men elk jaar, om de ruimte schoon te houden.
Chaux aérienne: droogt aan de lucht (door een carbonisatieproces), is vochtregulerend en iets minder sterk dan de chaux hydraulique. Traditioneel wordt chaux aérienne gebruikt voor binnenpleiserwerk, en de chaux hydraulique voor het pleisterwerk buiten. Chaux aérienne is ook de kalk die je gebruikt voor het aanmaken van ‘badigeons’ en kalkverven. (Over badigeons later meer.)
Bij het aanmaken van mengsels met chaux aérienne is het belangrijk om de juiste verhoudingen goed te respecteren, omdat er anders haarscheurtjes (teveel kalk) of hechtingsproblemen (te weinig kalk) kunnen ontstaan. Ook de hoeveelheden toegevoegd water zijn van belang (niet teveel!).
Tussen de verschillende lagen die je opzet met een chaux aérienne/zandmengsel moet je ook de droogtijd respecteren: 3 weken, want het carbonisatieproces moet volledig plaats kunnen vinden.
Chaux hydraulique: dit is de kalk die droogt door het contact met water (net zoals gips dus). Chaux huydraulique is sterker dan de chaux aérienne en sluit meer af, daarom wordt het vooral gebruikt voor het pleiseren van buitenmuren.
Zand Uiteraard horen bij de verschillende soorten pleisterwerk ook verschillende soorten zand: voor het ‘stuc’ of ‘stucco’ werk gebruikt men marmerpoeder (heel fijn dus), voor de grondlagen van het pleisterwerk een wat grover zand en voor de afwerklagen van normaal pleisterwerk fijn rivierzand. Ik heb ergens gelezen dat je voor het aanmaken van de kalk/zandmengsels droog zand moet gebruiken, maar ik kan niet verzinnen waarom dat is (tenzij een emmer droog zand per saldo meer zandkorrels bevat dan een emmer nat zand, want zodra je het gaat mengen gaat er immers water bij, en bij nat zand zul je minder water gebruiken dan bij droog zand om hetzelfde smeuiige mengsel te krijgen).