Geplaatst op: 2020-06-08 , Laatste bewerking op: 2021-01-13
Ook wij vielen ten prooi aan de COVID-19 / Coronavirus lockdown reflex: we willen een moestuin. Zelfvoorzienendheid en "korte keten" werden ineens weer een issue. Maar deze keer had ik een structurele voorwaarde: alles op hoogte, want tuinieren op de grond is te zwaar en vraagt teveel inspanning van dit ouderwordende lichaam. Dat kan de geest niet meer opbrengen, zeker niet als het ook anders kan!
Die bakken bouwen, dat valt nog wel mee. Maar het vullen ervan... dat is andere koek. Onderin hebben we een dikke laag oude dakpannen gestort (dat ruimt die enorme dakpannenberg dan ook weer op), daaroverheen takken en vers gras. Het laatste stuk wordt gevuld met compost en een paar zakken gekochte aarde. Maar dan, als alles klaar is... wat een genot om zo te tuinieren!
Een aantal planten mag je maar éénmaal in de vier jaar op dezelfde plaats telen, met name de nachtschade familie (tomaten, aubergines, courgettes, komkommers, paprika's, pepertjes...). Dus hebben we er een vierjarenplan van gemaakt: de tomaten bepalen in eerste instantie hoeveel bakken erbij komen. De bakken die we er volgend jaar bij gaan zetten, zijn dus helemaal bestemd voor planten uit de de nachtschadefamilie. De bakken die we dit jaar bouwden kunnen dan gebruikt worden voor wortelen, uien, knoflook, prei, bietjes, selderie (bladselderij en -knol) en voor sla.
De bedoeling is dat het derde en vierde jaar er weer bakken bijkomen. Niet alleen kunnen we dan meer verbouwen, ook kunnen we de moestuin dan een echte "plek" geven. Nu groeien er een paar kleinere eikenboompjes rondom wat straks de tuin wordt, maar we denken aan bessenstruiken eromheen, of een omheining, of... u mag meedenken, altijd leuk om ideeën te verzamelen.
En in de moestuin wil ik graag bankjes, stoelen, enfin, plekken waar je kunt zitten kijken naar hoe het allemaal groeit. Een moestuin is en blijft een magische en ontspannende plek, ik werk er weer met veel plezier in.
Ooit was dat anders: de tuin die we hebben aangelegd bij onze aankomst in april 1992, bevond zich op de plaats van wat nu het zwembadterrein is. Ik had nooit meer dan een dakterras gehad, dus het was een enorme ontdekking voor me. Gelukkig heb ik een vader die heel veel heeft getuinierd, en die het me graag allemaal uitlegde (en hard kan werken ;-).
Helemaal niets meer in de grond stoppen en eruit halen was toch wel weer het andere uiterste. Zo groeide het plan om een klein moestuintje aan te leggen bij de voordeur, zoals dat vroeger bij boerderijen ook gebeurde. Daar teelden ze dan vaak de groenten in die voor direct gebruik waren, zoals wat tomaten, uien, sla, rabarber, kruiden.
Ons tuintje ligt tussen de parkeerplaats en het woonhuis. Het is nu niet meer voor te stellen dat dat beschutte plekje helemaal niet bestond voordat we het aanlegden! Eerst werkte ik gewoon direct in de grond, later kwamen de opgehoogde bedden weer terug. Een paar jaar geleden hebben we een begin gemaakt met het structureel ophogen, door er rudimentaire bakken in te bouwen, die steeds een stukje verder worden opgehoogd.
Nu de echte moestuin vormen aanneemt, ga ik nadenken over twee van die bakken in het moestuintje bij de deur: zal ik daar gaan kweken, willen we daar bakken bouwen met glas om eerder in het seizoen aan de gang te kunnen gaan? Enfin, allemaal vragen die mooi laten zien wat er zo fijn - en lastig - is aan het leven op La Grosse Talle: niets is permanent, alles kan beter (of anders) en kan (of moet) worden aangepast aan de context van het moment. Soms vind ik dat onrustig, en vaak stimulerend. Je blijft er in ieder geval heel creatief door :-).