Geplaatst op: 2009-04-17 , Laatste bewerking op: 2016-06-20
Een bijzondere dag, want het is vandaag 17 jaar geleden dat we het koopcontract voor La Grosse Talle hebben getekend… oef! De zeventiende april breng ik altijd met enige nostalgie en gepaste ontroering door, en eerlijk is eerlijk: met de jaren wordt dat steeds een beetje meer. Want mét de afstand, de ontwikkelingen, de ontmoetingen, de mooie en de lastige dingen des levens, realiseer je je steeds meer dat de beslissing om je vaderland te verlaten ontzettend veel consequenties heeft, voor jezelf, je familie, je vrienden en voor je nieuwe land. Van ‘nieuwkomer’ word je van lieverlee ‘oudgediende’; jijzelf wordt té Frans om nog echt Nederlandse te zijn en het stukje Nederlands ‘patrimoine’ wordt tegelijkertijd versterkt. Met de negatieve bril betekent dat een zekere verscheurdheid, met de positieve bril is het een enorme rijkdom. En op zijn Frans is dat de éne dag lastig, de andere dag iets om heel dankbaar voor te zijn.
Ik zou niet meer terug willen. Dat betekent niet dat het in Frankrijk alleen maar zo fantastisch is. Ja, dat is het wel, maar het is verder gewoon zoals het leven van Nederlanders in de Lage Landen is: dagelijkse plichten, jachtige levens, onmogelijke schema’s en een (on-)juiste portie stress. (En nee, Nederland is niet allen maar afgrijselijk.) Met de jaren, en door alle contacten die wij hier door ons werk met Fransen hebben, zijn we hier behoorlijk gefrustreerd om de onmogelijkheid tot verandering. Tegelijkertijd is de Franse maatschappij heel erg veranderd in de zeventien jaar dat ik hier al zit, dus zoals te doen gebruikelijk is het weer waar en niet waar. Het is een spannend land, met een enorme taak voor zich: die van de modernisering – van de overheid, de relatie tussen privé en publieke sectoren, de mensen. En een land met een hele sterke neiging om te teren op zijn culturele verworvenheden, die, laten we eerlijk zijn, ook van formaat zijn.
Wat waren we jong toen we Nederland vol overgave verlieten. Vol goede plannen, met veel energie en geen rode cent op zak. Hoopvol, om ergens terecht te komen waar mijn aanwezigheid nog iets kon betekenen, want in 1992 werd er in Nederland (in mijn beleving) vooral van je verwacht dat je niet te lastig, niet te opvallend, gewoon in een vakje moest willen passen. Omdat ik op een plek wilde gaan wonen waar van oudsher altijd was gewerkt (fabriek, klooster, boerderij, ….) was een bestaan opbouwen in Nederland geen haalbare kaart – als kunstenaar zonder vaste baan en dus zonder hypotheek – want op die plek van de fabriek moesten zeker 40 aanleunwoningen komen. Dat was frustrerend, en omdat ik niet naar het noorden wilde verhuizen, werd het het zuiden.
Nu ik via Twitter en andere kanalen de ontwikkelingen in Nederland van dichterbij volg, ben ik steeds meer onder de indruk van dat kleine landje dat zo enorm weet te moderniseren: alles wat nieuw is wordt toch maar even omarmd en uitgeprobeerd. Geweldig, in ieder geval van een afstand! Want de geluiden die we van Nederlanders horen zijn vaak wat negatiever: té snel, té oppervlakkig, té vernieuwend… Maar ik word steeds enthousiaster om de enorme kracht van vernieuwing en aanpassing die Nederlanders ten toon spreiden.
Tja. Evenwicht is een moeilijke zaak. Hoewel ik blij ben dat het gelopen is zoals het is gegaan, en een echtscheiding, een tweede huwelijk, behoorlijke ziektes en periodes van afhankelijkheid, twee bedrijven en vooral twee kinderen verder, overheerst vandaag vooral dankbaarheid. Om de nabijheid van de prachtige natuur, de kracht die je kunt putten uit een levensproject dat La Grosse Talle heet, en de hoop dat je je steentje kunt bijdragen aan de maatschappij. En inderdaad: om de rijkdom die je opbouwt als je twee culturen van zo dichtbij en van binnenuit mag leren waarderen. We hopen hier nog vele jaren te mogen verblijven en u bent van harte welkom om mee te komen genieten van de geweldige sfeer en van alles wat La Grosse Talle te bieden heeft!