Geplaatst op: 2012-06-12 , Laatste bewerking op: 2016-06-20
Het is ook deze sterke religieuze traditie die een belangrijke ontwikkelingsfactor is geweest in het zuidelijke gedeelte van de Deux-Sèvres, met als gevolg een betere scholing van de bevolking en een grotere economische activiteit dan in het noordelijke gedeelte van de Deux-Sèvres. Een stukje geschiedenis.
Toen het protestantisme in West-Europa haar intrede deed met de Duitser Luther, en Calvijn zijn religieuze ideeën ging preken in Frankrijk, met name aan de Universiteit van Poitiers in 1534, vonden deze een gewillig oor bij een gedeelte van de bevolking van de Deux-Sèvres.
Verschillende Protestantse kerken werden gesticht, met name in de Pays Mellois.
In 1562 braken de Godsdienstoorlogen uit en deze hebben hun sporen duidelijk nagelaten in de geschiedenis. In 1598 tekent Hendrik de Vierde de vrede met het « Edict van Nantes », maar Lodewijk de Veertiende wenst het volk weer aan de katholieke kerk te onderwerpen. De zogenaamde « dragonnades », genoemd naar de soldaten van de Koning, de « dragons », zorgen voor een enorme slachting onder de protestanten in het gebied. Als eenmaal alle protestanten zijn « verdwenen », herroept de Koning het Edit de Nantes in 1685.
De dragonnades zorgen voor een enorme uittocht onder de protestanten: veel vertrekken er naar Antwerpen en naar Amsterdam. Zij die achterblijven organiseren zich in zogenaamde « assemblées du désert », clandestiene kerkdiensten, die plaatsvinden op afgelegen plaatsen. Deelnemers identificeerden zich met een speciale munt, de « méreau ». In 1787 hervinden de protestanten hun burgelijke rechten en tijdens de Franse Revolutie, hun vrijheid van godsdienst.
Vanaf 1830 bouwden de protestanten hun tempels in de Pays Mellois als vervanging voor de vernietigde kerken. De romaanse kerk van Beaussais werd tot tempel gemaakt, en daar is tegenwoordig het Le musée du Poitou Protestant à Beaussais gehuisvest, met een interessante museale prestentatie.
Overal in het landschap van de Pays Mellois zal de opmerkende bezoeker de « pins parasols » zien: enorme parasoldennen, die aangeven dat er vroeger een protestante verzamelplaats was. Vaak zijn ze geplant bij de wat statige panden in het gebied, waar belangrijke protestantse families woonden. (Overigens, de parasolden die bij La Grosse Talle stond is in de hevige storm van 1999 omgewaaid. We hebben een nieuwe geplant, achter op het terrein, bij de caravan.)
Niet alleen op het campingterrein van La Grosse Talle, maar overal in de Pays Mellois zult u ze vinden, in tuinen, verlaten in de velden, ...
Na het herroepen van het Edit de Nantes mochten alleen nog maar katholieken die het Heilig sacrement hadden ontvangen, op de katholieke, en dus openbare begraafplaatsen worden begraven. De protestantse bevolking is toen begonnen met het begraven van haar doden op hun eigen land. En daar gaan ze tot de dag van vandaag mee door, als ze er toestemming voor krijgen bij de Préfet.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn verschillende Nederlandse meisjes als au-pair in de Pays Mellois bij protestante dominees in dienst geweest: op La Grosse Talle hebben we een paar keer nu-een-dame-op-leeftijd mogen ontvangen die in La Mothe Saint-Héray als au pair heeft gewerkt.
Ook bestaan er sterke contacten tussen het Musée de Protestantisme in Beaussais en de Amsterdamse Gemeente. Het is me onduidelijk waar deze sterke banden door werden aangetrokken en of het gewoon toeval was of echt het gevolg van intensieve contacten.
Want het dorpje Lezay kent de Nederlanders al sinds tientallen jaren: de Nederlandse dominee die daar werkte in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, is opgevolgd door een Franse dominee met een Nederlandse echtgenote en ook de vorige dominee is een Nederlandse vrouw (die nu overigens als dominee in Melle werkt).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Musée de Protestantisme in Beaussais - tel. +33 (0)5 49 32 83 16 - e-mail: maison-protestantisme@wanadoo.fr
PS - de foto van de rondleiding in het Museum van Beaussais komt van hun website en de op de foto getoonde panelen zijn nog ooit door mij ontworpen, toen ik nog als grafisch vormgeefster een communicatiebureau had op La Grosse Talle :-).