Geplaatst op: 2010-03-23 , Laatste bewerking op: 2016-06-20
De eeuwige vraag over wel of niet de Franse nationaliteit aanvragen blijft voor mij alsmaar actueel. Komende zaterdag (27 maart 2010) wijdt de Wereldomroep Nederland een uitzending aan het onderwerp met de titel: « Hoe belangrijk is uw Nederlandse nationaliteit? ».
Als ik het wel heb, dan is de Nederlandse wet die stelt dat je geen dubbele nationaliteit kunt hebben, behalve als … (en dan komt er toch een lange lijst) in het leven geroepen om belangenverstrengeling tegen te gaan. Als je immers twee nationaliteiten hebt, kun je in twee landen de politiek bedrijven, stemmen en… in het leger gaan. En daarmee tegengestelde belangen dienen.
Voor Fransen, Engelsen, Marrokanen en Turken (onder anderen) geldt dit probleem niet : ze kunnen hun eerste nationaliteit niet verliezen. Anders gezegd: de Franse staat stelt dat je je Franse nationaliteit niet kunt opgeven, wat de Nederlanders daar ook van vinden. Fransen kunnen dus heel goed zowel de Nederlandse als de Franse nationaliteit bezitten.
Andersom kan het niet: Nederland vindt dat je moet kiezen. Alsof je dat kunt… Want hoe langer ik in het buitenland woon, des te meer ik mij Nederlander voel. Maar met de jaren voel ik de Franse cultuur ook sterker in mijzelf worden. Daarmee ben ik een uitstekende ambassadeur geworden voor zowel Nederland als voor Frankrijk.
Stemmen doe ik niet meer in mijn oude vaderland, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen (zoals bij de komende verkiezingen). Stemmen in mijn nieuwe vaderland mag ik alleen bij de gemeenteraadsverkiezingen, wat bijzonder opwindend is in een gemeente van 500 zielen. Invloed nul.
Het dilemma wordt groter nu de kinderen ouder worden: door de « wet Pasqua » geldt in Frankrijk niet meer de « Loi du sol », maar de « Loi du sang » : je nationaliteit wordt niet meer bepaald door het feit of je wel of niet in Frankrijk bent geboren (zoals in het geval voor mijn kinderen), maar door de nationaliteit van de ouders. Ze zijn dus beiden Nederlands, of nee: ze hebben de Nederlandse nationaliteit.
Als zij achttien jaar worden, moeten ze kiezen. Dat wil zeggen: ze mogen de Franse nationaliteit aanvragen. En wie zegt: aanvragen, veronderstelt dat weigeren bij de antwoorden kan behoren. Dat is in het begin van die wet dan ook herhaaldelijk gebeurd, met jongeren die in Frankrijk waren geboren en opgevoed, maar die op hun achttiende jaar een strafblad hadden… Eruit met die meuk! Terug naar een land waar je nog nooit bent geweest. Hoezo « terug »…? Maar ik dwaal af.
Voor mij is mijn Nederlandse nationaliteit een gevoelskwestie, een hele belangrijke. Je hebt het gekregen bij je geboorte, het zou raar zijn om een andere nationaliteit te hebben dan mijn ouders. Maar het gaat straks nog vreemder worden om een andere nationaliteit te hebben dan mijn kinderen. Ik wil de mijne doorgeven!
En er veel rechten voor opzeggen, als ik hem zou mogen houden bij het verkrijgen van de Franse nationaliteit. Immers, we doen hier onze uiterste best om het beste van twee culturen door te geven (hoe kun je ook anders?), kiezen is nu al een item voor dochterlief van vijftien… en de uitslag is verre van zeker voor haar!
Verder zin de eventuele belangentegenstellingen nihil (zeker als ik een aantal rechten op zou kunnen zeggen, zoals het recht op stemmen), en, last but not least: de praktijk in Nederland wijst uit dat er een enorme ongelijkheid bestaat met betrekking tot de dubbele nationaliteit.
Want Fransen, Turken, Marokkanen, Engelsen, … die Nederlander worden, behouden hun oorspronkelijke nationaliteit. Belgen die Nederlander worden verliezen hun Belgische nationaliteit. Nederlanders die niet getrouwd zijn met een partner van de tweede nationaliteit, verliezen hun Nederlanderschap bij het aannemen van de nieuwe nationaliteit. Wordt het niet eens tijd om de wet aan de realiteit te toetsen en de voordelen van dubbele nationaliteit opnieuw te bekijken?
In Frankrijk hebben ze daar een mooi woord voor, dat op elk gemeentehuis staat: égalité.